Reglement optocht D’n Haozenpot 2026
Deelname en contactpersoon
- Deelname aan de optocht is alleen mogelijk na inschrijving, ondertekening voor ontvangst van het reglement en deelnamebevestiging door de organisatie.
- De organisatie is gerechtigd om inschrijvingen te weigeren die naar haar oordeel niet in de optocht passen of niet voldoen aan de bepalingen van dit reglement.
- Voor aanvang van de optocht verstrekt de organisatie een startnummer aan de deelnemers. Het startnummer dient op een voor iedereen zichtbare plaats te zijn bevestigd aan de carnavalswagen, dan wel duidelijk zichtbaar te worden meegedragen. De deelnemer dient hier zelf zorg voor te dragen.
- Per deelnemend startnummer in de optocht, dient bij inschrijving minimaal één contactpersoon opgegeven te worden.
- De contactpersoon fungeert als aanspreekpunt voor de organisatie en is bij het opstellen van de optocht en tijdens de optocht door de organisatie aanspreekbaar.
- Als een contactpersoon tijdens de optocht een calamiteit constateert, neemt hij/zij contact op met de organisatie.
- De deelnemers volgen de instructies van de organisatie op en dragen bij aan een vlot en probleemloos verloop van de optocht.
- De organisatie behoudt zich het recht voor deelnemers en voertuigen uit te sluiten van deelname aan de optocht als deze de openbare veiligheid in gevaar brengen, zich niet houden aan dit reglement of anderszins de Nederlandse wetgeving overtreden. De beoordeling hiervan berust bij de organisatie.
- Bij uitsluiting vervalt iedere aanspraak op prijs en eventueel prijzengeld.
- In voorkomende situaties waar dit reglement niet voorziet, beslist de organisatie.
- Het is niet mogelijk in beroep te gaan tegen de beslissingen van de organisatie.
Aansprakelijkheid
- De Stichting Karnaval Udenhout (S.K.U.) kan als organisatie van de optocht nimmer aansprakelijk worden gesteld voor de schade ontstaan voorafgaand, tijdens of aansluitend aan de optocht.
- Deelname aan de optocht geschiedt geheel op eigen risico.
- Het is de deelnemers niet toegestaan voorafgaand, tijdens of aansluitend aan de optocht handelingen te verrichten of na te laten, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan. Eventuele schade of gemaakte kosten zullen op de deelnemer worden verhaald.
Uitingen
- Het is de deelnemers niet toegestaan om teksten of afbeeldingen te gebruiken, of anderszins uitingen te gebruiken die discriminerend, politiek gevoelig, aanstootgevend, kwetsend of beledigend kunnen zijn voor personen, groepen, religies en dergelijke. Dit ter beoordeling van de organisatie.
Voertuig – bestuurder
-
- De bestuurder is in het bezit van een geldig rijbewijs voor het betreffende trekkend voertuig en de voortgetrokken wagen.
- De bestuurder mag niet onder invloed van drank of verdovende middelen zijn.
- De Nederlandse wetgeving is van toepassing op de deelnemers en de deelnemende voertuigen. Dit betekent onder andere dat voor de motorrijtuigen een WA-verzekering (praalwagen verzekering) moet zijn afgesloten. Deze dient ook aantoonbaar te zijn.
- Als de bestuurder van een voertuig een beperkt uitzicht heeft, aan de voor- dan wel achterzijde, is het verplicht om minimaal één persoon van tenminste 18 jaar te laten meelopen met het voertuig om hieromtrent aanwijzingen te geven en ook voor de veiligheid van de toeschouwers.
- De bestuurder mag nimmer gehinderd worden door personen op of in het
- Op een trekkend voertuig mag zich tijdens de optocht enkel de bestuurder
bevinden, behalve als hier een geschikte bijrijdersstoel aanwezig is. - Minderjarigen kunnen niet aan de optocht deelnemen met een gemotoriseerd
voertuig dat niet tot de openbare weg is toegelaten.
Wagens – deelnemers op de wagen
- Indien de wagen is ingericht als zijnde dat er zich personen op de wagen kunnen bevinden, zijn de volgende veiligheidseisen van kracht:
- Het is niet toegestaan om tijdens de rijdende optocht van een voertuig op- of af te stappen, uitgezonderd bij noodgevallen.
- Op- en afstappen mag uitsluitend via een daarvoor geschikte inrichting. Dit kan aan de achterkant of aan rechter zijkant (vanuit bestuurdersoogpunt).
- Deze inrichting, bijvoorbeeld vaste trap, entree of beugels, mag nooit aan de voorkant van de wagen of tussen de wagen en het trekkend voertuig uitkomen.
- Deze inrichting dient constructief stevig te zijn, en dient afgesloten te zijn tijdens het rijden van de wagen.
- Ter voorkoming van verkeersgevaarlijke situaties, mogen personen zich alleen op de wagen bevinden tijdens de optocht.
- De snelheid van het trekkend voertuig en de wagen is tijdens de optocht maximaal vijf kilometer per uur.
- De snelheid van het trekkend voertuig tijdens de rit naar de optocht en
de terugrit dient in overeenstemming te zijn met de geldende verkeerswetgeving. Tijdens deze ritten mogen geen personen op de wagen worden vervoerd. - De wagen moet voorzien zijn van gemonteerde zitplaatsen met rugleuning. Personen die staan moeten bij plotselinge bewegingen houvast hebben aan een beugel of handgreep, of zij moeten met een tuig aan de wagen bevestigd zijn. Als dergelijke voorzieningen niet aanwezig zijn moet de wagen voorzien zijn van een deugdelijke reling met een hoogte van minimaal 120 cm met een tussenligger op 60cm
- Het aantal personen op de wagen is niet groter dan het aantal zit – of staanplaatsen.
- Personen onder de veertien jaar dienen begeleid te worden door minstens één volwassene die op de wagen aanwezig moet zijn.
- Het is verboden om met glaswerk in de optocht deel te nemen.
- Voor het geval van een calamiteit dienen er veilige en snelle vluchtwegen te zijn voor de personen in/op het voertuig en/of de wagen
- De vluchtwegen moeten vrij blijven van apparaten en versperringen.
- De vluchtwegen dienen vrij te zijn van elektrische bedradingen of snoeren
- De vluchtwegen dienen dusdanig te zijn dat het voertuig en/of de wagen op een redelijke wijze kan worden verlaten (hoogte van uitgangen, reling, trap).
- Ieder persoon op het voertuig en/of wagen dient op de hoogte te zijn van de vluchtmogelijkheden.
Voertuigen en wagens – Constructie en afmeting
- De algehele technische staat van de wagen en het trekkend voertuig dient te voldoen aan de eisen van de Nederlandse wetgeving. Denk daarbij, maar niet uitsluitend, aan:
- Banden, vering/wielophanging en assen
- Chassis en carrosserie
De deelnemers dragen altijd zelf de verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van de constructie.
- Een voortgetrokken wagen behoort met een gezekerde, deugdelijke en geschikte koppeling te zijn verbonden met het trekkend voertuig.
- Een eigen opbouw van het trekkend voertuig en de wagen dient op een deugdelijke en veilige wijze te zijn bevestigd. Ronddraaiende elementen en aandrijvingen dienen voldoende te zijn afgeschermd.
- De toegestane afmeting in de categorie Wagens zijn:
– Breedte: Maximaal: 3.50 meter
– Lengte: Maximaal: 18.00 meter (incl. trekkend/duwend voertuig)
– Hoogte: Maximaal: 4.50 meter (op af te bouwen tot een maximale hoogte van 4.50 meter)
Controle van maten m.b.t. categorie indeling geschiedt voor aanvang van de optocht. De lengte en breedte van het bouwwerk wordt nagemeten voor aanvang van de optocht. - Voertuigen en wagens moeten aan alle kanten op 40 cm hoogte afgeschermd zijn zodat personen niet onder het voertuig of wagen kunnen kom en. Als dit niet het geval is, is het verplicht om minimaal twee personen van tenminste 18 jaar, en niet onder invloed van verdovende middelen, aan weerszijden met het voertuig en wagen te laten meelopen die erop toezien dat toeschouwers en deelnemers dicht bij het rijdend voertuig en wagen kunnen komen.
Gevaarlijke stoffen en installaties
- Reserve brandstoffen, open vuur, gasvuur of vuurwerk, op welke wijze dan ook, is verboden in de optocht.
- Bij gebruik van perslucht of flessen onder hoge druk dienen deugdelijke flessen, slangen, slangklemmen en reduceerinrichting gebruikt te worden. Eveneens dient de gehele installatie deugdelijk te zijn bevestigd.
- Bij gebruik van een aggregaat dient deze zo opgesteld te worden dat deze bij een calamiteit direct te verwijderen is.
- Bij het gebruik van aggregaten en andere elektrische apparaten moet, ter voorkoming van elektrocutie, een deugdelijke bekabeling worden gebruikt.
- Elke deelnemer in de categorie Wagens is verplicht een goedgekeurde brandblusser van minimaal 6kg en E.H.B.O. -trommel binnen handbereik op de voortgetrokken wagen te hebben.
- Uitlaatgassen van motoren, aggregaten e.d. moeten rechtstreeks naar de buitenlucht worden afgevoerd. Het voertuig en/of de wagen moet goed geventileerd zijn zodat personen niet bedwelmd of onwel kunnen worden door uitlaatgassen.
Geluid
- Het geluidsniveau van een meegevoerde geluidsinstallatie moet op een acceptabel niveau zijn en heeft slechts als functie de ondersteuning van de wagen of creatie. Als de organisatie meent dat het geluidsniveau te hoog is, kan hij de deelnemer sommeren om het niveau omlaag te brengen.
- Het geluidsniveau zal nimmer de 90 decibel overschrijden, gemeten 2 meter vanaf de geluidsinstallatie.
Plaats en voortgang in de optocht
- De organisatie bepaalt de volgorde van de startnummers in de optocht. Aan het toegekende startnummer kan geen recht voor de positie in de optocht worden ontleend.
- Iedere deelnemer heeft de plicht het tempo te volgen zoals dat vanaf de kop van de optocht aangegeven wordt.
- Iedere deelnemer bewaart constant een redelijke afstand ten opzichte van zijn
- Groepen dienen ervoor te zorgen dat ze één eenheid blijven vormen.
Ontbinding van de optocht
- Ontbinding van de optocht vindt niet eerder plaats dan op het einde van de vastgestelde route, mits de Optochtcommissie besluit dat er niet aan alle geldende voorschriften wordt voldaan. De deelnemer die het eindpunt niet bereikt, wat ter plaatse door de organisatie of de jury wordt vastgesteld, kan worden uitgesloten van het klassement.
- Wagens dienen zo spoedig mogelijk na afloop van de optocht de openbare weg te verlaten dan wel een normale doorgang op de openbare weg niet te hin
